20 juli


God is barmhartig.

Lukas 19:10
Want de Zoon des mensen is gekomen, om te zoeken en zalig te maken, dat verloren was.

De barmhartige Samaritaan uit Lukas 10 is dus niemand minder dan de Zoon des mensen, de Heere Jezus Christus. Hij werd met innerlijke ontferming bewogen, dat wil zeggen met barmhartigheid vervuld. Hij verbond de wonden en goot er olie en wijn in. Olie en wijn zijn typen van de Heilige Geest, waardoor wij nieuw leven ontvangen. Hij zet de gevallen man op zijn eigen beest. Dit beeldt uit dat wie de Naaste ontmoet en van Hem barmhartigheid ontvangt, één wordt met Zijn lichaam.

Op het beest vervoerde de barmhartige Samaritaan de man naar de herberg. De herberg is een type van de Gemeente van Jezus Christus, waarin wij verzorgd en gevoed en onderhouden worden. Dat is wat Christus doet volgens Éfeze 5:29.

De barmhartige Samaritaan is een type van Jezus Christus Die Zich voor Zijn Gemeente heeft overgegeven (beperkt), om ons van de weg ten dode (naar Jericho) af te halen en ons te brengen in het hemelse Jeruzalem (de hemel). Wij “zijn met Christus gezet in de hemel, opdat Hij in de toekomende eeuwen de uitnemende rijkdom van Zijn genade zou betonen, door de goedertierenheid over ons in Christus Jezus” (Éfeze 2:6-7).

Christus (de gestalte van God) is onze Naaste geworden. Wij zouden Hem liefhebben boven alles (Matthéüs 22:37-39). Wij zouden als gelovigen ook elkaars naasten zijn, omdat wij elkaars leden zijn (Éfeze 4:25). Jezus zei in Lukas 10:37: “Ga heen, en doe gij desgelijks.”

Wij zouden elkaar barmhartigheid bewijzen. “Zo doet dan aan, als uitverkorenen Gods, heiligen en beminden, de innerlijke bewegingen (motieven) der barmhartigheid, goedertierenheid, ootmoedigheid, zachtmoedigheid, lankmoedigheid, verdragende elkander, en vergevende de een de ander, zo iemand tegen iemand (enige klacht) heeft, gelijkerwijs als Christus u vergeven heeft, doet ook gij alzo” (Kolossenzen 3:12-13).