18 juli


God is genadig.

Het is een goede gewoonte om op te zoeken waar een woord de eerste keer voorkomt. Dat zegt vaak veel over de echte betekenis van het woord in de hele Bijbel. In Exodus 22:27 zegt de Heer: “… want Ik ben genadig!” Dat is het wezen van God.

Het Hebreeuwse woord voor genade is “chen” (8-50). Het omgekeerde van chen is “noach” (50-8); dat betekent rust. Het Griekse woord voor genade is “charis”. In charis ontdekken we ons woord “gratis”. Wanneer wij tot God gaan en van Hem genade ontvangen, gaan wij de rust in. Oftewel wanneer wij niet meer onder de wet leven en zelf werken, komen wij onder de genade, in de rust van God. Dat lezen we in:

Hebreeën 4:10-11
Want die ingegaan is in zijn rust, heeft zelf ook van zijn werken gerust, gelijk God van de Zijne. Laat ons dan ons benaarstigen, om in die rust in te gaan; opdat niet iemand in hetzelfde voorbeeld der ongelovigheid (van ongeloof of ongehoorzaamheid) valle.

Het enige wat God van Zijn volk in de woestijn vroeg was geloof. Dat is ook het enige dat Hij van ons vraagt.

Noach vond genade in de ogen des Heeren, lezen we in Genesis 6:8. Hier staan de woorden noach en chen bij elkaar. Dat is het mooie van Gods taal. Noach vond rust door geloof in Gods woord.

In Exodus 34:6 hadden we al eerder gezien dat barmhartig en genadig bij elkaar staan. Dit is op vele plaatsen in de Bijbel zo. In bijvoorbeeld Psalm 112:4 staat: “Hij is genadig, en barmhartig, en rechtvaardig”.

De tollenaar vroeg aan God: “O God, wees mij zondaar genadig!” (Lukas 18:13). Hij ontving genade, want God ontfermt Zich over zondaren. De tollenaar ging gerechtvaardigd naar huis (vers 14). Wij worden (gratis) gerechtvaardigd, uit Zijn genade, door de verlossing, die in Christus Jezus is. Dat is de boodschap van het Evangelie in Romeinen 3:24.