11 juli


God is Geest. Hij is onsterfelijk, staat in 1 Timótheüs 6:16. De mens is sterfelijk. Wanneer wij tot geloof komen, ontvangen wij nieuw, eeuwig leven door wedergeboorte. Dat leven is onsterfelijk, omdat dat het Leven van God is.

Jezus hing aan het kruis om te sterven. Hoe kon dat als Jezus God was? God kan toch niet sterven?

De Bijbel vertelt ons in Filippenzen 2:6 dat “Christus Jezus, Die in de gestaltenis Gods zijnde, het Gode gelijk zijn geen roof heeft geacht”. Hij was in de gestalte (gedaante, omhulling, buitenkant) van God aan God gelijk en Hij heeft dat niet als Zijn bezit geacht. Christus Jezus werd mens. Er staat vervolgens in:

Filippenzen 2:7-8
(7) Maar Hij heeft Zichzelf vernietigd (ontledigd), de gestaltenis van een dienstknecht aangenomen hebbende, en is de mensen gelijk geworden; (8) En in de gedaante gevonden als een mens, heeft Hij Zichzelven vernederd, gehoorzaam geworden zijnde tot de dood, ja, de dood des kruises.

De Heer werd mens om te kunnen sterven. Hij kwam in gelijkheid des zondigen vleses en daarom is de zonde veroordeeld in Zijn vlees voor iedereen! (Romeinen 8:3)

Toen Christus Jezus aan het kruis stierf voor heel de wereld, stierf niet God, het Wezen. God is onsterfelijk. Aan het kruis stierf de buitenkant van God, Die mens was geworden. Ook aan het kruis was de Vader met de Zoon verbonden. De Zoon sprak met de Vader en vroeg hoelang het nog zou duren, voordat Hij verlost werd (Psalm 22:2) “Waarom” betekent daar: “hoe lang”?

Zelfs in de dood heeft God Zijn Zoon niet verlaten. Psalm 16:10 en Handelingen 2:31 zeggen dat God (het wezen) Zijn ziel (Jezus) niet heeft verlaten in de hel (dodenrijk) en dat Zijn vlees geen verderving heeft gezien. De Heer is opgestaan uit de doden en leeft tot in alle eeuwigheid. Hij blijft altijd bestaan en dat drukt de Naam Jehovah uit: HIJ IS!! (Hebreeën 11:6).