08 juli


God is Geest.

In Genesis 1:2 staat: “… en de Geest Gods zweefde op de wateren”. Dat betekent dat de Geest, God is. Het is niet Iemand anders.

In Johannes 4:24 staat: “God is Geest…” Het woordje “een” mogen we weglaten, omdat het er niet staat. Het Grieks en het Hebreeuws kennen geen onbepaald lidwoord. Beide talen kennen alleen het bepalend lidwoord “de”. God is de GEEST.

Wat betekent dat? God is de onzichtbare; dat wisten we al uit Johannes 1:18.
Johannes maakt in hoofdstuk 3:8 duidelijk wat Geest is. Hij vergelijkt de Geest met de wind: “De wind blaast, waarheen hij wil, en gij hoort zijn geluid; maar gij weet niet, van waar hij komt, en waar hij heen gaat; alzo is een ieder, die uit de Geest geboren is.”

Iemand die uit de Geest geboren is, is ook onzichtbaar. Het nieuwe leven is
nog verborgen met Christus in God. Dat nieuwe leven wordt pas geopenbaard, wanneer Christus geopenbaard wordt. (Kolossenzen 3:3-4)

Het Hebreeuwse woord voor Geest is “ruach” en het Griekse woord is “pneuma”. Deze woorden komen heel vaak in de Bijbel voor. Wanneer God in Genesis 6:3 tot de mens spreekt, zegt Hij: “Mijn Geest zal niet in eeuwigheid twisten met de mens, dewijl hij ook vlees is.” ‘Mijn Geest’ betekent dan ‘IK’.

Wanneer David tot Zijn Heer spreekt, zegt hij bijvoorbeeld: “Mijn ziel dorst naar God.” (Psalm 42:3). Dat betekent dan: “Ik” dorst naar God.

God is Geest. De mens is een levende ziel. Alzo is er ook geschreven: De eerste mens Adam is geworden tot een levende ziel; de laatste Adam tot levendmakende Geest. (1 Korinthe 15:45) God zegt in Ezechiël 18:4: “Ziet, alle zielen zijn van Mij;… de ziel, die zondigt zal sterven”.

Elk mens sterft, maar wie de levendmakende Geest ontvangen heeft, leeft voor eeuwig. Die is uit de Geest geboren en heeft Gods Geest ontvangen. Door die Geest zouden wij weten de dingen die ons van God geschonken zijn. Dit staat in 1 Korinthe 2:9-12.