27 februari


Galaten 4:7
Zo dan, gij zijt niet meer een dienstknecht, maar een zoon; en indien gij een zoon zijt, zo zijt gij ook een erfgenaam van God door Christus.

Zoon in de Bijbel heeft ook de betekenis van erfgenaam, zoals we hier ook zien. Helaas is het woord “huios” het Griekse woord voor zoon niet altijd met zoon vertaald. Op sommige plaatsen is het met kind vertaald, onder andere in Romeinen 8:23: “En niet alleen dit , maar ook wij zelven, die de eerstelingen des Geestes hebben, wij ook zelven, zeg ik zuchten in onszelven, verwachtende de aanneming tot kinderen [dit moet dus vertaald worden met aanstelling tot zonen] namelijk de verlossing van ons lichaam”.

Kinderen zijn we zolang we in het vlees zijn. Bij de verlossing van ons lichaam of de opname van de Gemeente (deze vallen dus samen), volgt de aanstelling tot zoonschap. Bij deze gelegenheid zal blijken of we ons ook tijdens dit leven als een zoon gedragen hebben en waardig zijn om met Christus te erven. Om een zoon of erfgenaam te worden, is opvoeding daartoe noodzakelijk.

1 Petrus 1:7
Opdat de beproeving uws geloofs bevonden worde te zijn tot lof, en eer, en heerlijkheid, in de openbaring van Jezus Christus.

In vers 6 wordt gesproken over verzoeking. Het verschil tussen verzoeking en beproeving is dat verzoeking niet van God is en er op gericht is om iets stuk te maken. Maar God zet verzoeking om in beproeving en dit is bedoeld als leerproces. Ons geloof wordt getest en het is de bedoeling dat we daardoor sterker worden. Het is ook tot eer van God, omdat het heerlijkheid uitwerkt.

Romeinen 8:25 zegt dat wij de zoonstelling met lijdzaamheid verwachten. Beproeving of verdrukking werkt lijdzaamheid (= passie) uit. Bereidheid om te lijden en daardoor ervaring op te doen. We maken ook in dit leven zulke keuzes. Je kiest bijvoorbeeld voor een sport. Het gevolg is dan, dat je prioriteiten moet stellen. Je moet soms afzien, maar je gaat ervoor, vanwege het eindresultaat.