20 februari


Hebreeën 10:9
Hij neemt het eerste weg, om het tweede te stellen.

We hebben gezien dat er dus een verschil is tussen geboorte en wedergeboorte. Geboorte is het leven voor de dood, terwijl wedergeboorte leven na de dood is. Tussen geboorte en wedergeboorte ligt dus de dood.

Dit principe geldt ook voor de geboorte en wedergeboorte van deze wereld. De wereld werd geboren uit een vrouwelijke, oude zondige wereld, met als mannelijk aandeel, het levende Woord van God. De wereld zoals wij die nu kennen, is nog steeds dezelfde wereld uit Genesis 1. Er was wel iets veranderd, maar niet vervangen of vernieuwd. Het werk van de zes dagen van Genesis was nog geen wedergeboorte. De wedergeboorte is immers het resultaat van de opstanding van Christus. Hij is het Zaad dat in de aarde viel en stierf en vervolgens veel vrucht droeg, door opstanding uit de dood.

De functie van het werk van de zes dagen in Genesis was om deze gevallen schepping klaar te maken voor de rol van moeder. De onvruchtbare vrouw die vruchtbaar werd. De aarde die onvruchtbaar was geworden, werd weer vruchtbaar.

Vervolgens was het wachten op het Zaad, of het tarwegraan, dat in de aarde zou vallen en vrucht zou dragen, namelijk het verlossingsplan van de Here Jezus. De uiteindelijke bevalling zal pas plaatsvinden op de Jongste Dag.

Het is belangrijk te weten dat deze oude schepping een actief aandeel heeft in het tot stand komen van de nieuwe schepping. Ze wordt gebruikt om een nieuwe schepping voort te brengen. Dat is ook de reden dat God in Genesis 1 zegt “dat het zeer goed was”. De oude schepping was toen geschikt gemaakt, om die rol van moeder te spelen, in de uiteindelijke wedergeboorte van de schepping.