27 november


27 november

"Aan degenen, die even dierbaar geloof met ons verkregen hebben,
door de rechtvaardigheid van onzen God en Zaligmaker, Jezus
Christus", schrijft Petrus in zijn tweede brief (2 Petrus 1:1).
Romeinen 3:22-24 leert ons dat, door het geloof van Jezus Christus,
Gods gerechtigheid openbaar is geworden, tot allen en over allen die
geloven. Door de verlossing in Christus Jezus werden wij, die in
Hem geloven, om NIET gerechtvaardigd uit Zijn genade.
Het is de gerechtigheid van onze God en Heiland, Jezus Christus, die
ons wordt toegerekend.
Wij, eens verloren in zonde en dood, zijn nu gerechtvaardigd door
Zijn bloed (Romeinen 5:9). Rechtvaardig voor een heilig God, alsof
wij nooit gezondigd hadden!
Gelovende in Christus, Gods Zoon, ontvingen wij eeuwig leven
(Johannes 3:36). Dit is geloof tot behoudenis.
Het "dierbaar geloof" waarover Petrus spreekt, is niet alleen het
geloof in Christus om zalig te WORDEN, doch ook het geloof om
zalig te léven.
Petrus schrijft aan BEHOUDEN mensen.
Wij ontvingen in Christus eeuwig leven, dat is nieuw leven.
Dit
nieuwe leven, dat leven door geloof is, is zo kostbaar. Het is
gefundeerd op de gerechtigheid van onze Heer.
Paulus schrijft in Filippensen 3:9-10, dat hij geen eigen gerechtigheid
wil bezitten, maar de gerechtigheid door het geloof van Christus,
welke uit God is, op grond van het geloof. En dat om Hem te kennen!
Christus is de kern van ons geloofsleven. Hem kennen, Hem
liefhebben, Hem door geloof Heer van ons leven maken! Dit is zo
kostbaar, dit alleen heeft waarde voor God.
Wij konden niets bijdragen tot onze verlossing. Het is het werk Gods
in Christus, voor ons volbracht. Ook het werk des geloofs is geheel
GODS werk, dat Hij in ons volbrengt door Zijn Geest.
Het heeft tot
doel ons te vullen met de vrucht der gerechtigheid welke door Jezus
Christus is, tot heerlijkheid en prijs van God (Filippensen 1:11).
Als wij ons slechts Hem ter beschikking willen stellen (Romeinen
6:13).
Lezen: 2 Petrus 1:1-4