11 november


Verzoening

Als je een willekeurige gelovige vraagt wat nu de kern is van het evangelie, dan hoor je vaak: “Dat de Here Jezus voor mijn zonden is gestorven”. Natuurlijk gelooft men ook dat Hij is opgestaan (hoewel je dat soms moet afwachten…). Maar veelal wordt die vergeving als het belangrijkste gezien. Die reactie komt voort uit de gedachte dat vergeving van zonden automatisch leidt tot behoud. Maar zoals we gisteren gezien hebben, zijn de zonden “der wereld” vergeven, terwijl we ook weten dat niet iedereen behouden is… hoe zit dat dan? In de Bijbel wordt vaak het woord “verzoening” gebruikt, onder andere in:

Romeinen 5:10
Want indien wij, vijanden zijnde, met God verzoend zijn door den dood Zijns Zoons, veel meer zullen wij, verzoend zijnde, behouden worden door Zijn leven.

Verzoening betekent dat tussen twee partijen niets meer in de weg staat. Alles wat er nu tussen zou kunnen staan is weggenomen. In het Engels wordt dit woord vertaald met “reconcile”. Dit woord wordt in boekhoudkundige termen vaak gebruikt wanneer een openstaand bedrag wordt vereffend. Stel nu dat ik een schuld heb bij de bank en deze schuld los ik af, dan wordt het bedrag dat ik overmaak aan de bank tegen die schuld weggestreept. Dit heet dan “reconciliation”. De betaling bij de bank van mijn schuld betekent echter niet dat ik vanaf dat moment iets te vorderen heb. Alleen de schuld is weg. Zo is het ook met de schuld die voor onze zonden is betaald. Deze is weggestreept tegen onze schuld. We hebben dan nog steeds niets ontvangen, alleen vergeving van zonden. We kunnen echter wel iets ontvangen, door, verzoend zijnde, deel te krijgen aan Zijn leven! Hoe krijgen we deel aan Zijn leven? Door wedergeboorte, oftewel geloof in de dood en opstanding van de Heer:

Romeinen 6:8, 9
(8) Indien wij nu met Christus gestorven zijn, zo geloven wij, dat wij ook met Hem zullen leven; (9) Wetende, dat Christus, opgewekt zijnde uit de doden, niet meer sterft; de dood heerst niet meer over Hem.

Tot morgen!