25 oktober


Lees Johannes 2:13-25

Tempelreiniging
In de dagen van de Heer was er de Romeinse overheersing. De Romeinen stonden echter op religieus gebied vrij veel toe. Zo ook de feesten in Jeruzalem. Om de offers te brengen was echter speciaal tempelgeld nodig en natuurlijk ook de verschillende offerdieren. Niet iedereen had dit zelf. De meesten moesten geld wisselen en/of bepaalde offerdieren kopen. Er waren verkopers en wisselaars die hier veel aan verdienden. In plaats van een plaats van aanbidding was de Tempel een huis van koophandel geworden.

De Heer grijpt in. Wat normaal met water gebeurt wordt hier door de gesel (oordelende Woord van God) gedaan. De Tempel wordt gereinigd. Op zich een vrij zinloze actie. De volgende dag zou alles weer precies zo gaan als altijd. Waarom deed de Heer het dan? Ook deze geschiedenis heeft een betekenis. De Tempel is de plaats waar God woont. Hier betrekt de Heer dat op Zichzelf. Tot twee keer wordt het Pascha genoemd (het Lam dat geslacht wordt met het bloed op de Deur) en er wordt gesproken over het afbreken van de Tempel en de wederopbouw in drie dagen. De discipelen begrepen dit na Zijn Opstanding (vers 22). Hij zou de zonde der wereld op Zich nemen, was daardoor onrein en moest dus gereinigd worden door Gods oordeel op de zonde te ondergaan.

De Tempel is ook de schepping zelf; het oordeel van God komt er nog over, waarna er een nieuwe wereld komt, waarin God alles en in allen is. Hetzelfde geldt voor de natie Israël. De Gemeente en ons eigen lichaam als gelovige worden ook “Gods Tempel” genoemd. Het oordeel ligt achter ons. Wij zijn geheel gereinigd; een nieuwe schepping geworden. Door het Woord (badwater) wordt de Gemeente gereinigd in de praktijk en ook wijzelf (ik kom hier nog op terug bij de voetwassing uit Johannes 13).

Deze reiniging is: dat we het nieuwe leven gaan leven en daarmee het oude achter ons laten. Het is de uitwerking van de eenmalige reiniging bij wedergeboorte. Dat is Gods wil voor ons leven, maar we worden niet gedwongen om de reiniging toe te laten; het is vrijwillig.