15 oktober


De Heer Jezus heeft gezegd tot Pilatus toen deze opmerkte: “Weet Gij niet, dat ik macht heb U te kruisigen, en macht heb U los te laten?” “Gij zoudt geen macht hebben tegen Mij, indien het u niet van boven gegeven ware” (Johannes 19:10-11).
Jesaja 53:10 zegt van de Heer Jezus: “Maar het behaagde DE HERE Hem te verbrijzelen”. Toen Petrus de Heer Jezus met het zwaard wilde verdedigen tegen hen, die Hem gevangen wilden nemen, zei de Heer tot hem: “Steek uw zwaard in de schede. Den drinkbeker, dien Mij de VADER gegeven heeft, zal Ik dien niet drinken?” (Johannes 18:11). In Hebreeën 9:14 zegt het Woord, dat Christus Zichzelf als een smetteloos offer aan God gebracht heeft door de eeuwige Geest.
Welk een machtig wonder is dat werk der verlossing! GOD, “Die ook Zijnen eigen Zoon niet gespaard heeft, maar heeft Hem voor ons allen overgegeven” (Romeinen 8:32). Zijn Zoon, Zijn Geliefde, in Wien al Zijn welbehagen was!
“Want Dien, Die geen zonde gekend heeft, heeft Hij zonde voor ons gemaakt, opdat wij zouden worden rechtvaardigheid Gods in Hem” (2 Korinthe 5:21).

CHRISTUS JEZUS, Die ons zo heeft liefgehad, dat Hij Zich voor ons heeft overgegeven als offergave en slachtoffer, Gode tot een welriekende reuk (Éfeze 5:2). Die de beker, die de Vader Hem gaf, in volkomen gehoorzaamheid heeft gedronken, Die Zichzelf als een smetteloos offer aan God gebracht heeft door de eeuwige Geest! Het werk dat Christus heeft volbracht door de eeuwige Geest, was in de eerste plaats gericht op God en Zijn verheerlijking. Wij, eens verloren zondaars, mogen nu delen in al de heerlijke vruchten van dit werk. Dit werk is de manifestatie van de hoogste Goddelijke gerechtigheid en liefde. In deze gerechtigheid en liefde zijn allen, die in Christus geloven, voor eeuwig opgesloten. Gerechtvaardigd in Christus kan God nu al Zijn liefde en genade over ons uitstorten. Hij gaf ons Zijn Geest in ons hart, opdat wij zouden leren verstaan, wat ons in Christus is geschonken.
Lezen: Johannes 19:1-11