14 oktober


Romeinen 5:12: “Daarom, gelijk door een mens de zonde in de wereld ingekomen is, en door de zonde de dood; en alzo de dood tot alle mensen doorgegaan is, in welken allen gezondigd hebben”. Tot ALLE mensen, zonder enige uitzondering. Welk een ontzettende uitwerking heeft de zonde en hoe groot is de macht van de dood.
Deze macht is in handen van de duivel (Hebreeën 2:14). Zulk een machtig vorst is hij.
In Zacharia 3:1 lezen wij hoe hij stond aan de rechterhand van de Engel des HEEREN om Jozua de hogepriester aan te klagen. De naam “Satan” betekent “aanklager”. Hij is de grote aanklager der broeders, die hen dag en nacht aanklaagt voor God (Openbaring 12:10). Wie deze waarheden uit Gods Woord gelooft, moet wel inzien hoe volkomen hopeloos de toestand van de mens was. Wat kan iemand doen om verlost te worden uit de macht van zulk een vorst en zijn rijk des doods? Verlossing kon alleen mogelijk gemaakt worden door Iemand, Die sterker was dan hij. Welk een niet te peilen wonder van liefde is het, dat reeds vóórdat zonde en dood hun intrede in de wereld deden, er Iemand was Die gezegd heeft: “Zie hier ben Ik om Uw wil te doen, o God” (Hebreeën 10:7). Jezus Christus, het Woord van God, door Wien alle dingen geworden zijn, in Wien het LEVEN is, is vlees geworden en heeft onder ons gewoond (Johannes 1:1-
3,14).
Hij nam vlees en bloed aan, opdat Hij door Zijn dood, hem, die macht over de dood had, de duivel, zou onttronen en allen zou verlossen, die gedurende hun ganse leven door vreze des doods der dienstbaarheid onderworpen waren (Hebreeën 2:14-15).
Door Zijn dood heeft Hij de duivel onttroond, door Zijn opstanding beroofde Hij de dood van zijn kracht en bracht Hij onvergankelijk leven aan het licht (2 Timotheüs 1:10). Onvergankelijk, eeuwig leven kan nu het deel worden van ieder, die in Christus gelooft. Welk een wondere zaligheid. In Christus, de opgestane Heer, zijn wij nu volkomen gerechtvaardigd, zo volkomen dat zelfs satan hier niets tegenin kan brengen.
Lezen: Romeinen 8:31-34