24 juni


1 Petrus 2:13-16
(13) Zijt dan alle menselijke ordening onderdanig, om des Heeren wil; hetzij den koning, als de opperste macht hebbende; (14) hetzij den stadhouderen, als die van hem gezonden worden, tot straf wel der kwaaddoeners, maar tot prijs dergenen, die goed doen. (15) Want alzo is het de wil van God, dat gij, weldoende, den mond stopt aan de onwetendheid der dwaze mensen; (16) Als vrijen, en niet de vrijheid hebbende als een deksel der boosheid, maar als dienstknechten van God.

Lees Romeinen 13:17 en Titus 3:1.

Hier staat dat de regering en ook de lagere overheden, boven je gesteld zijn, en dat je hen onderdanig moet zijn. Je bent een onderdaan van het koninkrijk. De regering stelt de regels op, het volk moet deze regels gehoorzamen. Ben je een kwaaddoener, dus overtreed je de wet, dan word je gestraft en doe je goed, dan krijg je een goedkeuring. Het is de wil van God dat wij de overheden onderdanig zijn. Waarom? Opdat de wereld die nu kwaad van ons spreekt, op de dag van Gods oordeel onze goede werken zal erkennen (1 Petrus 1:12). De wereld zal dan God de eer geven. Daarom zijn wij dus onderdanig.

Er staat: “Als vrijen“. Het woord ‘vrijheid’ spreekt ons erg aan. Dan mag je immers doen wat je wilt. Dan hoef jij je van God niet meer aan regels te houden. Als je dan straf krijgt van de overheid, heb je pech gehad. Je zult de volgende keer wel zorgen dat je niet gepakt wordt. De Bijbel noemt je dan een boosdoener. Wat houdt die vrijheid dan in, als je toch niet mag doen wat je wilt? Als je bovenstaande teksten goed leest, dan staat het antwoord er al. Je bent vrij, maar niet om deze vrijheid te gebruiken als een dekmantel om maar alles te doen wat je wilt, of het goed is of niet. God heeft jou vrijgemaakt om Hem te dienen. En Hij wil dat je het goede doet, zodat God verheerlijkt wordt op de dag der bezoeking (vers 12). Het woord “bezoeking” betekent ‘onderzoek’, of ‘controle’.

Het gaat niet om ons, maar om God. Als Hij wil dat wij de overheid gehoorza­men, zodat God verheerlijkt wordt, is dat ook onze wens. Hoe kan ik God die­nen? Door te doen wat Hij zegt! Goed doen hoort bij de Geest. God heeft mij vrijgemaakt van de macht der zonde. Er is niemand die goed doet (Romeinen 3:12). Als ik als gelovige God kan gehoorzamen, dan ben ik vrij.