23 juni


Eén van de laatste dingen die de Here Jezus, voor zijn dood, met de discipelen heeft gedaan, is het eten van het Pascha. Het Pascha was aan Israël gegeven toen zij uit Egypte verlost werden (Exodus 12).

Tijdens deze maaltijd neemt de Here Jezus een linnen doek en een schaal met water. Dan begint Hij de voeten van Zijn discipelen te wassen. De Here Jezus doet dit werk, “. . . wetende, dat de Vader Hem alle dingen in de handen gegeven had” (Johannes 13:3). De Here Jezus wist wat Zijn roeping in deze wereld was. Hij had Zijn godheid vrijwillig afgelegd en deed het werk dat God, Zijn Vader, Hem gegeven had om te doen. Hij is gehoorzaam geweest tot de dood aan het kruis, zegt Filippenzen 2:8.

Tijdens deze paasmaaltijd wil de Here Jezus Zijn discipelen leren de minste te zijn en elkaar te dienen. Dit is voor de mens heel moeilijk. De mens wil liever meer zijn dan de ander. Als de Here Jezus bij Petrus komt, zegt deze: “Gij zult mijn voeten niet wassen in der eeuwigheid!” De Here Jezus zegt: “Indien Ik u niet wasse, gij hebt geen deel met Mij.”

Het dienstwerk dat de Here Jezus hier doet, is in opdracht van Zijn Vader. Wil je daar deel aan hebben, dan moet jij jouw voeten door Hem laten wassen; anders kan de Heer Zijn werk niet doen en blijf jij smerig. De Here Jezus dient Zijn Vader en wij dienen de Here Jezus door Hem Zijn werk aan ons te laten doen. Zo geeft de Here Jezus in Johannes 13:14 en 15 ons de opdracht om elkaar de voeten te wassen (elkaar te dienen).

Wat is ‘voeten wassen’? Je leeft in deze wereld, ook al hoor je er als gelovige niet meer bij. Je wordt er echter wel door besmet (je zondigt), zoals de voeten (bij ons zijn het de schoenen) smerig worden als je buiten loopt. Als iemand smerig wordt (zondigt), kom dan niet met verwijten, maar maak hem of haar schoon (vergeven), zoals de Here Jezus Christus ons gewassen en dus vergeven heeft (lees Éfeze 4:32).

Hoewel de Here Jezus de Meester was (Johannes 13:13), waste Hij toch de voeten van Zijn discipelen. Door elkaar te vergeven en voor elkaar te bidden dienen wij Christus en elkaar. Dit is het nieuwe leven, dat Christus ons heeft gegeven.