20 mei


In 2 Korinthe 1:3 noemt Paulus door Gods Geest, onze Vader in Christus Jezus: “De Vader der barmhartigheden”. In Efeze 2:4 lezen we: “God, Die rijk is in barmhartigheid”.
God is de VADER der barmhartigheden. Buiten Hem bestaat geen barmhartigheid in volmaakte zin. Het wezen der barmhartigheid is uit Hem geboren, het is geboren uit Zijn grote liefde, waarmede Hij ons liefgehad heeft, ook toen wij dood waren door de misdaden (Éfeze 2:4-5). Het is Zijn grote barmhartigheid, dat wij zijn wedergeboren tot een levende hoop door de opstanding van Jezus Christus uit de doden (1 Petrus 1:3). Hoe wonderbaar groot is de liefde Gods, de enige bron van alle barmhartigheid.
Reeds zong de psalmist: “HEERE! Uw barmhartigheden zijn vele; maak mij levend naar Uw rechten” (Psalm 119:156). Wij, die Hem hebben leren kennen als onze Vader in Christus Jezus, mogen ons volkomen verzekerd weten van Zijn barmhartigheid. Toen wij dood waren in misdaden en zonden, toen wij naar Hem niet vroegen, heeft Hij, in Zijn oneindige liefde, Zichzelf gegeven in de Zoon Zijner liefde. Door genade zijn wij, die geloven, behouden en nu levend gemaakt met Christus (Éfeze 2:5). Nu zijn wij Zijn kinderen en kan Hij in Christus, onze Heiland, al Zijn barmhartigheid over ons uitstorten. Hij heeft ons lief met een grote liefde, lezen we in Éfeze 2:4. Hoe groot deze liefde is, kunnen wij niet peilen. Hij, onze Vader, zorgt voor ons, draagt ons door het leven heen, zoals een man zijn zoon draagt (Deuteronomium 1:31), omringt ons met Zijn trouw en Zijn barmhartigheid.

Het leven is vaak vol moeite en verdriet. We mogen alles in Zijn hand leggen, want Hij ziet het (Psalm 10:14). Hoe rustig en stil kunnen we door het leven gaan, als we Gods Woord gelovend, inderdaad ons geheel en al aan Hem toevertrouwen. Als we ons leven en lot leggen in de hand van onze Vader.

Lezen: 2 Korinthe 1:2-5