15 mei


De tabernakel

Hebreeën 8:5
Gelijk Mozes door Goddelijke aanspraak vermaand was, als hij den tabernakel volmaken zou: Want zie, zegt Hij, dat gij het alles maakt naar de afbeelding, die u op den berg getoond is.

De brief aan de Hebreeën is voor het begrijpen van de wetten, die het volk Israël van de HEERE ontvangt, van groot belang. In dit boek wordt ons uitgelegd waartoe al deze regels, die tot in het kleinste detail worden beschreven, nu eigenlijk dienen. We leerden al dat de wet het volk zou leren dat zij van nature zondaars zijn die verzoening nodig hebben, net als alle mensen. Onder het Nieuwe Verbond worden echter onze ogen geopend en schijnt de Heilige Geest, die in ons woont, met Zijn Licht over en in de boeken van Mozes. Wat we dan te zien krijgen is een schaduw, een beeld van het Nieuwe Verbond en gaan we begrijpen wat de uitspraak van de Heere Jezus betekent: “Meent niet, dat Ik gekomen ben, om de wet of de profeten te ontbinden;Ik ben niet gekomen, om die te ontbinden, maar te vervullen.” (Matthéüs 5:17)

Dit is een belangrijk beginsel in het lezen van het Oude testament. Wat je ook leest kan op één of andere wijze spreken over onze Heere Jezus Christus en het werk dat Hij gekregen heeft om te vervullen. Zonder de aanwijzingen in het Nieuwe Testament zouden we veel dingen nooit gezien hebben, maar na het bestuderen van de uitleg die gegeven wordt, blijkt het achteraf vaak best simpel te begrijpen. De Tabernakel is hier een mooi voorbeeld van. In Hebreeën hoofdstuk 9:1-12, 24 wordt ons verteld dat dit Heiligdom een beeld is van de schepping. Het Heilige der Heiligen is een schaduw, een beeld van de Hemel de Hemelen en de ark des verbonds, is de troon waarop God zetelt. We leren verder dat het voorhangsel tussen het Heilige der Heiligen en het Heilige, een beeld is van de Heere Jezus en dat de scheiding tussen het Oude en Nieuwe Verbond, tussen God en de mensen, weggenomen werd toen Hij stierf. “En het voorhangsel des tempels scheurde in tweeën”. (Matthéüs 27:51) Nu is de weg naar het binnenste heiligdom open en leidt de Heere Jezus als de “verse en levende weg” ons de hemel binnen. (Hebreeën 10:19-20) Sinds Hij het verzoendeksel is, is er verzoening door Gods genade. Daarom wordt de Troon van hemel en aarde ook genoemd: De Genadetroon. (Hebreeën 4:16)