12 mei


Pascha

1 Korinthe 5:7
Zuivert dan den ouden zuurdesem uit, opdat gij een nieuw deeg zijn moogt,  gelijk gij ongezuurd zijt. Want ook ons Pascha is voor ons geslacht, namelijk Christus.

Zoals de besnijdenis als teken gegeven wordt aan Israël, omdat zij het “volk des HEEREN” zijn, zo wordt aan hen ook opgedragen elk jaar het Paasfeest te vieren als teken. Gods uitverkoren volk zou nooit mogen vergeten op welk een machtige wijze God hen verlost had. Helaas wordt dit feest nog steeds door de Joden gevierd en geloven zij nog steeds niet dat de Heere Jezus als het werkelijke Paaslam ons voor eens en voor altijd verlost heeft van de dood. Het was immers de HEERE die “de verderver” niet toeliet de eerstgeborene te doden in het huis, waarvan de deurposten bestreken waren met het bloed van het Paaslam. Zo werden de Israëlieten beschermd door een onschuldig lam dat tot hun redding geslacht werd en door het bloed van dit lam werden zij verlost, om de HEERE daarna in vrijheid te kunnen dienen. Geen ander feest is zo’n duidelijke afspiegeling van het reddende werk van onze Heiland. Verlossing, “. . . door het dierbaar bloed van Christus, als van een onbestraffelijk en onbevlekt Lam”. (1 Petrus 1:19) “Het Lam Gods, Dat de zonden der wereld wegneemt”. (Johannes 1:29) zou door Zijn bloed zijn: “Een verzoening voor de zonden der gehele wereld”. (1 Johannes 2:2) Zo is ons Pascha voor ons geslacht, maar over de Heere Jezus Christus wordt ook gezegd: “Het Lam, Dat geslacht is, is waardig te ontvangen de kracht, en rijkdom, en wijsheid, en sterkte, en eer, en heerlijkheid, en dankzegging.” (Openbaring 5:12) Wij zijn verlost uit de slavernij van zonde en van dood opdat wij: “Feest houden, niet in den ouden zuurdesem, noch in den zuurdesem der kwaadheid en der boosheid, maar in de ongezuurde broden der oprechtheid en der waarheid”. (1 Korinthe 5:8)

Zuurdesem is een stukje gegist deeg, dat men bewaard van het vorige baksel. Door gisting wordt het deeg en dus ook het brood lekker luchtig. Zuurdesem staat voor “lucht”, “leegte” oftewel: de inhoudsloze, doelloze, zondige oude schepping. Wij zouden in ons nieuwe leven niets van gisteren (de oude schepping), meenemen. “Zo dan, indien iemand in Christus is, die is een nieuw schepsel; het oude is voorbijgegaan, ziet, het is alles nieuw geworden”. (2 Korinthe 5:17)