04 mei


Jakob en Ezau

Hebreeën 12:17
Gelijk Ezau, die om een spijze het recht van zijn eerstgeboorte weg­gaf. Want gij weet, dat hij ook daarna, de zegening willende beërven, verworpen werd; want hij vond geen plaats des berouws, hoewel hij dezelve met tranen zocht.

In Ezau vinden we, net als in Ismaël, de oude wereld uitgebeeld. Deze oude schepping is weliswaar als eerste geboren, maar zal niet als erfgenaam aangesteld worden. Immers “die het langst leeft, erft alles” en de langstlevende is degene die eeuwig leeft. En dat is onze Here Jezus Christus, de eerstgeborene van de nieuwe schepping. Ook hier wordt Jakob gezegend boven zijn oudere broer, net zoals gebeurde bij Seth en bij Izak. Telkens opnieuw leert God ons in Zijn Woord dat hij het eerste dat geboren wordt wegneemt en het tweede dat daarna komt laat bestaan. Hetzelfde geldt voor ons. Wij moeten leren dat: “Gij zoudt afleggen… den ouden mens… en gij zoudt vernieuwd worden in den geest… en den nieuwen mens aandoen”. (Éfeze 4:22-24)

Rebekka is, net als Sara, eerst onvruchtbaar. Dat betekent: Er komt niets uit, het is leeg. (Een oud Nederlands woord hiervoor is “ijdel”; daarover spreekt het boek Prediker: “het is alles ijdel onder de zon”). Het duurt lang, net als bij Sara. Toch wordt ook Rebekka uiteindelijk zwanger, maar zelfs voordat de tweeling geboren wordt, hebben ze al ruzie. God voorspelt dan ook: “Twee volken zijn in uw buik, en zullen zich. . . vanéén scheiden; en het ene volk zal sterker zijn dan het andere volk; en de meerdere zal den mindere dienen”. (Genesis 25:23) Ezau wordt als eerste geboren, Jakob komt er vlak achteraan, maar zal door het leven gaan als de jongste, de kleinste. Toch zal Jakob erven boven Ezau en de belofte van God aan Abraham en Izak verder dragen. God kiest Jakob.

Hier zien we opnieuw dat de eerste, het oude, Ezau, verdwijnt in de historie; maar dat de laatste, het nieuwe, Jakob, blijft bestaan. Hoewel Jakob in kracht de mindere is van Ezau, zal uiteindelijk toch Ezau, Jakob dienen. Zo is en zal het gaan met Israël en alle andere volkeren. Israël wordt nu (door de omliggende Arabische volkeren) gepest als het jongere broertje, maar zal uiteindelijk door de genade van God boven zijn broer verheven worden.