01 mei


Het geslacht

Een mens wordt wel vergeleken met een boom, zoals de man in Psalm 1. Zijn voeten de wortels, zijn benen en lijf de stam, zijn armen de takken, de kruin zijn hoofd. Zo worden families en volkeren ook vergeleken met een boom, ooit uit een zaadje uitgegroeid tot een groot geheel met heel veel vertakkingen. Wij noemen opeenvolgende generaties niet voor niets een stamboom. Bij de planten en dieren is het van groot belang wie de vaders en moeders in de stamboom zijn. Zijn ze gezond, slim en sterk, dan geven ze dat door aan hun kinderen en ontstaat er een sterk geslacht. Bij de mensen speelt ook bezit een grote rol. Heb je arme ouders die ziekelijk zijn, dan begint je leven toch heel anders dan wanneer ze rijk en gezond zijn.

Om het volk Israël goed te leren kennen is het eerst belangrijk de stamboom uit te tekenen. De stamvader van Israël is Jakob, maar hij is niet de werkelijke wortel van de familie Israël. Abraham wordt de stamvader van Israël genoemd en het volk dat uit hem zou groeien, begint te vertakken bij de twaalf zonen en ene dochter van zijn kleinzoon Jakob.

In het boek Genesis wordt uitgebreid aandacht besteed aan het nageslacht van Adam; (Genesis 5:1-32) hij is immers de stamvader van alle mensen. Als eerste mens ontving hij van God: “De belofte” (Genesis 3:15). Eva immers zou een kind krijgen dat de vijand zou verslaan en daarna over het werk van Gods handen de schepping zou heersen. Niet Kaïn en ook Abel niet werden hiervoor uitverkoren, maar hun broer Seth zou de geslachtslijn voortzetten die uiteindelijk het beloofde zaad zou voortbrengen.

Heel Genesis en de hele Bijbel door, (Matthéüs 1:1-14, Lukas 3:23-38) wordt deze stamboom opgetekend, om aan het einde te kunnen zien dat de Here Jezus de zoon des mensen is, de zoon van Adam en rechthebber op de troon van de aarde. Met recht wordt Jezus óók genoemd: “Mijn Knecht Israël” (Jesaja 49:3) er staat over Hem: “Uit Egypte heb ik Mijn Zoon geroepen” (Matthéüs 2:15).

Het volk Israël draagt in de Bijbel de belofte van de komende Verlosser met zich mee; de belofte die gedaan werd aan Adam, maar meer in het bijzonder aan Abraham.