30 april


In 2 Korinthe 1:22 zegt Gods Woord dat God Zijn zegel op ons heeft gedrukt en de Geest tot onderpand in onze harten gegeven heeft. Ook volgens Éfeze 1:13b-14 zijn wij verzegeld met de Heilige Geest, Die een onderpand is van onze erfenis. Ieder kind van God heeft, toen hij de Here Jezus in geloof als zijn Verlosser en Zaligmaker aanvaardde, de Heilige Geest in zijn hart ontvangen (Galaten 4:6 en Romeinen 5:5). Het feit dat hij een kind van God werd, is bewerkstelligd door de Heilige Geest. Door Gods Geest zijn wij opnieuw geboren. God heeft Zijn zegel op ons gedrukt. Hij heeft ons gewaarmerkt als Zijn eigendom. Wie zal ons ooit uit Zijn hand rukken?

Gods Geest in ons hart is het onderpand van onze erfenis. Het onderpand, de betaling op voorhand, van de grote heerlijkheid die ons wacht als wij Boven zijn. Reeds hier doet Gods Geest ons proeven de vrede, de blijdschap, de rust in onze Heer en Heiland. Een voorproefje van wat ons eens wacht. Reeds hier mogen we genieten van de wondere zaligheid die de gemeenschap met onze God en Vader en onze Here Jezus Christus ons schenkt. Nu nog worden we vaak gehinderd door ons lichaam dat nog niet verlost is (Romeinen 8:23), door onze neiging eigen wegen te gaan of te luisteren naar andere stemmen dan de stem van onze Heer.

Eenmaal zullen we in volmaaktheid delen in de heerlijkheid van Hem. Dan zullen we onze Heer zien van aangezicht tot aangezicht. “Geliefden”, zegt 1 Johannes 3:2, “nu zijn wij kinderen Gods, en het is nog niet geopenbaard, wat wij zijn zullen. Maar wij weten, dat als Hij zal geopenbaard zijn, wij Hem zullen gelijk wezen; want wij zullen Hem zien, gelijk Hij is”. Elk kind van God heeft God gewaarmerkt zodat het voor eeuwig veilig is in Hem en door Hem bewaard wordt voor Zijn heerlijkheid.

Lezen: Éfeze 1:13-14