23 april


Israël heeft zijn Messias naar het kruis verwezen. Zij hebben Hem, de Christus Gods, ervan beschuldigd Zichzelf Gods Zoon gemaakt te hebben (Johannes 19:7). Op het kruis is Jesaja 53:6 in vervulling gegaan: “Wij dwaalden allen als schapen, wij keerden ons een iegelijk naar zijn weg; doch de HEERE heeft onzer aller ongerechtigheid op Hem doen aanlopen”.

God is de Eeuwig-Getrouwe. Hij maakt Zijn Woord altijd waar. Jezus Christus is opgewekt uit de doden. Vóór Zijn hemelvaart heeft Hij Zijn discipelen de boodschap van het Koninkrijk der hemelen doorgegeven (Zie Mattheüs 28:18-19 en Markus 16:15-18), waar o.a. ook gesproken wordt over genezing van zieken). In dat Koninkrijk zal in vervulling gaan wat God heeft beloofd in Jesaja 33:24 en Psalmen 103:3.

Israël heeft ook na de opstanding van Jezus Christus geweigerd Hem te erkennen. De komst van het Koninkrijk is daarom uitgesteld tot de bedeling van de genade voorbij is en God de Gemeente van Christus heeft thuis gehaald (Romeinen 11:25-27 en 1 Korinthe 15:51-53). Het Koninkrijk, waarin Christus als Koning over Israël zal regeren is een aards Koninkrijk (Openbaring 20:6). In dat Rijk zal geen inwoner van Israël meer zeggen: “Ik ben ziek”, want dan zal satan gebonden zijn.

In de tijd waarin wij leven, worden zij die in Christus geloven door Gods Geest toegevoegd tot de Gemeente, het Lichaam van Christus. Het is een woonstede Gods in de Geest (Éfeze 2:22). Christus heeft “Zichzelven gegeven voor onze zonden, opdat Hij ons trekken zou uit deze tegenwoordige boze wereld, naar den wil van onzen God en Vader” (Galaten 1:4).
Paulus, de apostel der heidenen, heeft ons in Romeinen 8 door Gods Geest geopenbaard dat ons lichaam niet verlost is (vers 23-24). Het gaat in het nieuwe leven, dat Gods Geest in ons werkt, niet om een gezond lichaam. De UITERLIJKE mens, ons lichaam, vervalt, doch onze INNERLIJKE mens wordt van dag tot dag vernieuwd. (2 Korinthe 4:16 en 5:1). In Christus heeft God ons gezegend met GEESTELIJKE zegeningen (Éfeze 1:3).

Lezen: Galaten 1:3-5