06 februari


Het leven van een gelovige is een geestelijk leven. Wij zijn allen uit Adam geboren. Hij is onze natuurlijk geboorte, waaruit ons natuurlijk leven voorkomt. Dit natuurlijke leven, hoe goed en moreel hoogstaand het ook moge zijn, kàn God niet behagen.
Toen we tot geloof in Christus kwamen, zijn wij in Hem gestorven. Dit was onze uitgang uit het oude leven. Wij zijn in Hem opgestaan uit de dood en ontvingen nieuw leven. Nu zijn wij niet meer in Adam, maar in Christus NIEUWE mensen geworden.
Dit zijn geestelijke feiten die Gods Geest in ons tot werkelijkheid heeft gemaakt. Onze opstanding in Christus was onze nieuwe geboorte. Wij zijn dus door wedergeboorte kinderen van God. Dit is voor eeuwig.

“Zo dan, indien iemand in Christus is, die is een nieuw schepsel; het oude is voorbijgegaan, ziet, het is alles nieuw geworden.” (2 Korinthe 5:17).

Wij zijn dus een nieuwe schepping. Gods Geest woont in ons hart en geleid door deze Geest mogen we het nieuwe leven leven. Dit nieuwe leven kan alleen door Gods Geest in ons geleefd worden. Gods Geest wil ons door het Woord van God opvoeden, opdat wij onze Heer en Heiland meer en beter leren kennen en opdat we mogen weten wat Hem welbehagelijk is.

Het nieuwe leven is geloofsleven. Het is gelovig tot ons eigendom maken wat God ons openbaart in Zijn Woord. Als dit het verlangen van ons hart is, zal Gods Geest ons in alle waar­heid leiden. Hij zal ons steeds weer wijzen op onze Heiland en Zaligmaker met Wie wij zo innig verbonden zijn.

Lezen: 2 Korinthe 5:17-21