05 februari


Jesaja 53:5
Maar Hij is om onze overtredingen verwond; om onze ongerechtigheden is Hij verbrijzeld; de straf, die ons de vrede aanbrengt, was op Hem, en door Zijn striemen is ons genezing geworden.

Zoals ik al eerder heb aangeduid, is er verschil tussen zonde en zonden. Dit vers in Jesaja spreekt over zonden (meervoud). Het gaat hier niet over de zonde, onze oude natuur, maar over onze daden of de vruchten van onze zondige natuur. In het Oude Testament wordt al geprofeteerd dat de Here Jezus zou komen om onze zonden op zich te nemen. Het gaat hier over het lijden van de Here Jezus. Het lijden dat op de Here Jezus kwam, was een gevolg van de toorn van God, vanwege onze zonden. “Die Zelf onze zonden in Zijn lichaam gedragen heeft op het hout”. (1 Petrus 2:24)

Omdat God rechtvaardig is, is het noodzakelijk dat de zonden bestraft worden. Deze straf is door de Here Jezus op Zich genomen en gedragen. “. . . zodat Hij [God] Zelf rechtvaardig is, ook als Hij [God] hem rechtvaardigt die uit het geloof van Jezus is…”. (Romeinen 3:26; vertaling N.B.G.)

De Here Jezus is dus het middel, waardoor God onze zonden kan vergeven. Het resultaat hiervan is: “Zalig zijn zij, welker ongerechtigheden vergeven zijn, en welker zonden bedekt zijn; Zalig is de man, welken de Here de zonden niet toerekent”. (Romeinen 4:7, 8; Psalmen 32:1)
Als we begrijpen dat de gehele mensheid van nature verloren is, moeten we ons afvragen voor wie we verloren zijn. We zijn niet het eigendom van onszelf, maar Gods eigendom. Daarom is het in de eerste plaats Gods zaak. Hij voorziet dan ook in een verlossingsplan voor deze wereld. Wedergeboorte heeft een belangrijke plaats in dit verlossingsplan. We worden wedergeboren met als bestemming, niet de oude schepping, maar de nieuwe schepping.