16 januari


Romeinen 10:14, 15a
14 Hoe zullen zij dan Hem aanroepen, in Welken zij niet geloofd hebben? En hoe zullen zij in Hem geloven, van Welken zij niet gehoord hebben? En hoe zullen zij horen, zonder die hun predikt? 15a En hoe zullen zij prediken, indien zij niet gezonden worden?

Gods Woord gepredikt
Paulus worstelt in dit vers met het trieste feit dat de meeste Joden nog niet behouden zijn geworden. Als kinderen van God hebben wij met deze zelfde worsteling te maken, namelijk dat de wereld niet tot geloof komt en behouden wordt. Daarom stelt Paulus nu vier op elkaar aansluitende vragen die opheldering moeten geven over wie er nu verantwoordelijk is voor het niet behouden zijn van de Joden. Voor ons: voor het niet behouden zijn van de wereld.

De eerste vraag is logisch: Hoe kunnen de Joden Jezus als Heer en Heiland aanroepen, als ze niet eerst tot geloof in Hem zouden zijn gekomen? De tweede vraag is: “Hoe zullen zij in Hem geloven, van Welken zij niet gehoord hebben?” Vandaar vervolgens de derde vraag: “En hoe zullen zij horen, zonder die hun predikt?” En de vierde vraag is: “Hoe zullen zij prediken, indien zij niet gezonden worden?”

God is niet verantwoordelijk voor het verloren gaan van de Joden of de wereld; Hij heeft Zijn predikers wel uitgezonden.

Heere Jezus, geef dat ik getrouw ben in het verkondigen van Uw Evangelie op de plaats waar u mij geplaatst hebt.